Adres: De Corantijn 31-J 1689 AN Zwaag | Telefoon: 0229 - 298313 | E-mail: info@deboerenzwarts.nl
De hoge inflatie en stijgende energiekosten ondermijnen de algehele koopkracht, maar met name van mensen met een laag of middeninkomen. Het kabinet treft maatregelen om mensen bij te staan bij de koopkrachtproblemen. Dit gebeurt met een pakket van € 17 miljard, dat ingaat in 2023.
Het kabinet wil dat de belasting op arbeid omlaag gaat en werken meer lonend wordt. In het Belastingplan 2023 zitten diverse maatregelen die daaraan bijdragen.
Maatregelen verbetering koopkracht lage inkomens. Minimumloon, AOW en uitkeringen sociaal minimum
Het minimumloon gaat per 1 januari 2023 met ruim 10% omhoog. Ook de gekoppelde uitkeringen (zoals de bijstand en de AOW) stijgen hierdoor. Het kabinet trekt in totaal ruim € 3,8 miljard uit voor het verhogen van het minimumloon.
Het kabinet wil in 2023 de belasting op inkomen uit werk (box1) tot € 73.071 verlagen van 37,07% naar 36,93%. Door deze verlaging houden werkenden maximaal € 102 per jaar meer over.
Door een verhoging van de arbeidskorting gaat werken meer lonen voor mensen met een inkomen tot € 115.000 per jaar. Werkenden met een inkomen tussen de € 11.000 en € 37.000 (lage en middeninkomens) hebben het meeste voordeel van de hogere arbeidskorting.
Vanaf 1 januari 2025 wil het kabinet de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) die het voor ouders financieel aantrekkelijk maakt om werk met zorg voor kinderen te combineren, afschaffen. Om ouders te blijven stimuleren werk en zorg voor kinderen te combineren, wordt de kinderopvangtoeslag aangepast. De IACK is dan niet meer nodig. De IACK blijft voorlopig bestaan voor ouders met 1 of meer kinderen die geboren zijn voor 1 januari 2025. Dit geld wil het kabinet gebruiken voor maatregelen om de koopkracht en het inkomen van huishoudens te ondersteunen.
Het kabinet wil vanaf 1 januari 2023 de belastingvrije kilometervergoeding voor reiskosten verhogen van € 0,19 naar € 0,21 per kilometer. En per 1 januari 2024 naar € 0,22 per kilometer.
Deze bedragen zijn voor reiskosten tijdens het werk en voor woon-werkverkeer. Ze gelden voor werknemers in loondienst en voor ondernemers. Als een werkgever een hogere reiskostenvergoeding vergoedt, geldt het deel boven de € 0,21 (vanaf 1 januari 2024 € 0,22) per kilometer als loon. De werkgever moet hierover loonheffingen inhouden.
Het kabinet gaat de schenkingsvrijstelling voor eigen woningen (de zogenoemde jubelton) vanaf 1 januari 2023 verlagen van € 106.671 tot €28.947. De vrijstelling zal per 1 januari 2024 helemaal worden afgeschaft.
Het kabinet wil de positie van starters en doorstromers ten opzichte van beleggers op de koopwoningmarkt verbeteren. Het tarief voor de overdrachtsbelasting voor kopers die de woning niet zelf gaan bewonen (beleggers) wil het kabinet verhogen van 8% naar 10,4%. Voor starters onder de 35 jaar geldt dat ze geen overdrachtsbelasting hoeven te betalen bij aankoop van hun woning. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen, blijven 2% overdrachtsbelasting betalen.
Vanaf 2026 zal er een nieuw stelsel voor box 3 komen waarin het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Voor de tussenliggende jaren werkt het kabinet met overbruggingswetgeving.
Het kabinet kijkt tijdens de overbruggingsperiode naar de echte verdeling van spaargeld en beleggingen.
De overbruggingswetgeving (2023 en 2024) past de nieuwe berekening voor iedereen direct toe in de belastingaangifte. Soms moeten mensen meer belasting betalen dan onder het oude stelsel het geval was. Het gaat dan vooral om mensen met meer beleggingen, niet om mensen met alleen spaargeld.
Er wordt gekeken of niet-bezwaarmakers toch recht hebben op rechtsherstel box 3. Mocht dit het geval zijn, zal dit voor iedereen gelden die geen of te laat bezwaar tegen de box 3-heffing heeft gemaakt.
U hoeft zelf geen actie te ondernemen en kunt dus wachten op de uitkomst van de “massaal bezwaar plus procedure.
Om de koopkracht van scholieren en studenten te herstellen, trekt het kabinet eenmalig € 500 miljoen uit in 2023. Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verhoogt met dit geld de basistoelage van uitwonende scholieren en de basisbeurs van uitwonende studenten. Zij krijgen € 164,30 per maand bovenop de basistoelage c.q. de basisbeurs die zij vanaf het studiejaar 2023/2024 ontvangen. De verhoging geldt voor uitwonende vo-scholieren (vanaf 18 jaar) die recht hebben op een tegemoetkoming scholieren en mbo-, hbo- en universitaire studenten die recht hebben op een uitwonende basisbeurs.
Hypotheekrenteaftrek
De huidige afbouw van de hypotheekrenteaftrek leidt tot een maximering van de aftrek op het basistarief van 36,93 procent in 2023. Hierna wordt de hypotheekrenteaftrek niet verder afgebouwd.
De middelingsregeling in de inkomstenbelasting wordt per 2023 afgeschaft. Dit houdt in dat 2022-2024 het laatste tijdvak is waarover middeling mogelijk is.
Niet alleen als u een toeslag aanvraagt, moet u uw inkomen aan de belastingdienst doorgeven. U moet dat óók doen als u al een toeslag krijgt en uw inkomen verandert. Anders krijgt u een verkeerd bedrag aan toeslag.
U moet elk jaar aan het begin van het jaar, een zo goed mogelijke schatting maken hoe hoog uw jaarinkomen wordt.
Hebt u een schatting gemaakt? Geef dit nieuwe inkomen door aan de toeslagen dit kunt u doen door in te loggen met uw DigiD in Mijn toeslagen.
U kunt uw inkomen beter te hoog dan te laag schatten
Want soms is uw inkomen achteraf toch nét iets hoger dan u verwachtte. Door het hoger te schatten loopt u minder risico dat u achteraf toeslag moet terugbetalen. Blijkt achteraf tóch dat u een lager inkomen hebt? Dan zorgt de belastingdienst dat u alsnog uitbetaald krijgt waar u recht op hebt.
Check regelmatig of uw inkomen nog klopt
Vooral wanneer er iets in uw persoonlijke situatie verandert. Maar ook wanneer u een nieuwe berekening van de belastingdienst krijgt, is het altijd goed om te controleren of het inkomen klopt. Misschien bent u meer of minder gaan werken of hebt u een nieuwe baan? U weet dat eerder dan de belastingdienst.
De zorgtoeslag, huurtoeslag en het kindgebonden budget gaan per 1 januari 2023 extra omhoog. De toeslagen gaan elk jaar omhoog, maar nu komt er nóg een bedrag bij. Dit is om mensen extra te ondersteunen, want het leven is een stuk duurder geworden. Daarnaast komen in 2023 meer mensen in aanmerking voor een toeslag.
In 2023 gaat de zorgtoeslag voor 1 jaar extra omhoog.
Meer mensen komen in 2023 in aanmerking voor zorgtoeslag. Dit komt omdat de inkomensgrenzen zijn verhoogd. Hebt u geen toeslagpartner? Dan hebt u in 2023 recht op zorgtoeslag als uw inkomen niet hoger is dan € 38.520 per jaar. Hebt u een toeslagpartner? Dan hebben jullie in 2023 recht op zorgtoeslag als jullie inkomen niet hoger is dan € 48.224 per jaar.
De huurtoeslag gaat extra omhoog. Hierdoor ontvangen de meeste mensen meer huurtoeslag. Krijgt u al huurtoeslag? Kijk in Mijn toeslagen om te zien hoeveel u krijgt.
Bij een hoger inkomen of een hogere huur kunnen meer mensen huurtoeslag krijgen. In 2023 hebt u recht op huurtoeslag als de huur niet hoger is dan € 808,06. Vraag de huurtoeslag aan in Mijn toeslagen als u er recht op hebt.
Het kabinet verhoogt het kindgebonden budget in 2023 aanzienlijk. Het maximale bedrag dat ouders ontvangen voor het eerste kind, tweede kind en het extra bedrag voor alleenstaande ouders worden in 2023 verhoogd met € 356 per jaar. Het maximale bedrag dat ouders ontvangen vanaf het derde kind wordt verhoogd met € 468 per jaar. Deze verhoging wordt in de opvolgende jaren geleidelijk afgebouwd, maar ook op lange termijn blijft het ten opzichte van 2022 een verhoging.
Het kabinet heeft besloten om de maximum uurprijs voor kinderopvangkosten verder te verhogen. De maximum uurprijs stijgt volgend jaar met een extra 0,94% voor alle vormen van kinderopvang. Daardoor krijgen ouders een hogere vergoeding via de kinderopvangtoeslag, wegens de hoge inflatie in 2022.
De maximum uurprijs voor de dagopvang gaat in totaal met 6,54% omhoog naar € 9,06. Voor de buitenschoolse opvang stijgt de maximum uurprijs eveneens 6,54% naar € 7,79. De maximum uurprijs voor de gastouderopvang stijgt met 4,29% naar € 6,80.
Het ministerie van SZW bekijkt samen met Toeslagen per wanneer deze extra verhoging voor 2023, met terugwerkende kracht, doorgevoerd kan worden. Ouders ontvangen daarna bij de eerstvolgende betaling een nabetaling over de eerder overgemaakte toeslagen in 2023. Het uitgekeerde bedrag ligt die maand eenmalig hoger dan in de maanden erna.